Boek over de betekenis van muziek voor mensen in de laatste levensfase:
“De beschrijving van de therapie-situaties is heel zuiver en zonder superlatieven. Dat maakt ze erg beleefbaar en authentiek. De uitleg tussendoor over de muziektherapie zelf is helder.
Kortom: ik ben er enthousiast over!“
Dr. Martine Haak, Onderwijsmanager
Kunstzinnige Therapie, Hogeschool Leiden
Pocket, 100 blz. met kleurenfoto’s.
Welke rol heeft muziek in een mensenleven gespeeld? Wat is de magie van muziek? Hoe kan muziek worden ingezet om mensen in de stervensfase te begeleiden?
Muziektherapeute Yolanthe Cornelisse brengt de uitgangspunten van muziektherapie in verbinding met vele ontroerende ervaringsverhalen over muziek in de palliatieve zorg die zij tijdens haar werk in het Johannes Hospitium Vleuten heeft verzameld.
“Met muziektherapie kun je iemand niet meer beter maken, maar wel begeleiding bieden langs de weg naar een ‘heler’ sterven”, een prachtig middel om het welzijn van mensen met een ongeneeslijke ziekte te vergroten door ontspanning, zingeving en verlichting te brengen.”
Een boek vol waardevolle informatie voor iedereen die te maken heeft met mensen die ernstig ziek zijn en in de palliatieve fase verkeren, voor verpleegkundigen, artsen, therapeuten, mantelzorgers, vrijwilligers, familie, vrienden en de patiënten zelf. Inspirerend, herkenbaar en prettig leesbaar.
Titelcasus: Kijk, z’n voeten maken een dansje
“Hij luisterde bij zijn middagrust graag naar Keltische muziek en ik had al een paar keer voor hem stukken Ierse muziek op de harp gespeeld. Door een bepaald stuk werd hij tot tranen geroerd en wilde dat graag delen met zijn vrouw en kinderen. Voor dat gerealiseerd kon worden werd hij echter al snel zieker.
Op een ochtend was één kant van zijn lichaam totaal verkrampt door insulten. De verpleegkundige wist niet hoe ze zijn hand en arm ontspannen kon krijgen, niets had geholpen. Ik ging voorzichtig bij hem kijken, maar kreeg geen contact.
Zijn vrouw zat met een grauw, gespannen gezicht in een hoekje van de kamer. Ze vond het goed als ik voor hem kwam spelen. ‘Doe maar net of ik er niet ben,’ zei ze. Ik speelde weer de Ierse muziek die hij zo mooi vond.
Zacht, rustig klonken de tonen van de melancholische muziek in de kamer.
Terwijl ik speelde zag ik bij het stuk wat hem zo ontroerd had, ook bij haar tranen over haar wangen lopen… Ik gaf het verdriet even ruimte in een stille pauze. Toen ik verder speelde, veranderde de sfeer. Ze kwam bij het bed staan en zei: ‘Kijk zijn voeten maken een dansje’.
Met een glimlach keken we hoe zijn voeten bewogen, op de maat van de muziek leek het wel. Zijn verkrampte hand ontspande zich en ze kon hem nu ontspannen en open op zijn buik leggen. Ze streelde hem. Er was weer wat kleur op haar wangen gekomen.”